ste regenten van Friesland. Hij werd in onderscheidene commissiën van staat benoemd, was lid der admiraliteit van Amsterdam, burgemeester van Bolsward en postmeester-generaal van Friesland. Als voorstander en beoefenaar van letteren en wetenschappen stond hij bij de geleerden van zijn tijd bekend en leverde, evenals zijn vader, aanvullingen en verbeteringen van het Geslachtboek des Frieschen adels (waarvan te Water melding maakt in zijn Verbond der Edelen).
Hij was tweemaal gehuwd. Eerst 7 Aug. 1686 met Luts van Burmania, geb. 1665, overl. te Oenkerk 31 Maart 1690, dochter van Upco v.B. Daarna 28 Jan. 1694 met Catharina van Scheltinga, geb. te Leeuwarden, overl. op Heemstrastate te Oenkerk, te voren weduwe van Douwe Sirtema v. Grovestins (dl. II, kol. 533) en dochter van Johannes v.S. en van Maria van Haersma.
Een zoon Feye (7) gaat hiervóór; een andere zoon, Willem Hendrik, volgt hierna.
Regt