Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Haubois, Egbert]

HAUBOIS (Egbert), afkomst en geboortejaar onzeker, overl. tusschen 1651 en 1653, ingenieur te Groningen, kómt het eerst voor in 1631, wordt na vele financieele moeilijkheden te hebben doorgemaakt, als stadsbouwmeester opvolger van Johan Isebrants. Hij maakte deel uit van een examencommissie om iemand als landmeter te bevorderen (11 Maart 1648), was ook stadslandmeter en heeft als zoodanig waarschijnlijk de kaart van de Pekel gemaakt, die op het raadhuis kwam te hangen. Ook maakte hij bij de Kranepoort een ‘buining’ om de veerschepen te doen aanleggen. Na 3 jaar legde hij deze betrekking neer. Veel heeft hij geteekend, kaarten en plattegronden, teekeningen van forteressen en calendaria. Van zijn particuliere werk is nog een terreinteekening van de heerd Sauwert in het rijksarchief te Groningen. Gedrukte kaarten zijn er twee van hem overgebleven, nl. een groote en een kleine kaart der stad, de eerste gegraveerd door Jan Lubbers Langeweerd, de andere door Salomon Savry. Van de groote kaart is in 1906

[p. 339]

een reproductie uitgegeven als bijvoegsel van den Gron. Volksalmanak en beschreven door C.H. Peters. Voor een onderzoek naar zijn geslacht is men aangewezen o.a. op Cornelis Haubois, die in 1640, 1646, 1651, 1656, 1663 burgemeester was van Sneek en zijn buitenverblijf had te Looijinga (thans zathe Bootsma).

Zie: Gron. Volksalm. (1906), 145-196, waar men ook Haubois' handteekening vindt; E. Napjus, Geschiedkundige kronyk en Beschrijving van Sneek (2e dr. Sneek 1826), 90, 91; mijn Stads- en Dorpskroniek van Friesland 1700-1800 (Leeuw. 1930) I, 56.

Wumkes