Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 321]
| |
Agricola. Haio studeerde aan de universiteit te Keulen en doctoreerde 19 December 1515. Vervolgt zijn studie te Parijs 1518-1519, en acht maanden te Leuven, in het Leliën-College onder Erasmus, maar verlaat in Maart 1520 Leuven wegens moeilijkheden met de theolog. faculteit, die vijandig stond tegen Erasmus en keert naar Parijs terug. Hier laat hij drukken bij den uitgever Gourmont een latijnsche vertaling van Drie Dialogen van Lucianus, die hij opdraagt aan zijn broeder Guilielmus Ubbinus, den Kanselier van O.-Friesland. Tusschen 1522 en 1525 verblijft Haio te Perugia, Rome en Padua. In Maart 1528 huwt hij te Amsterdam Anna Occo, de jongste dochter van den rijken bankier Pompejus O. In dit jaar was hij te Mechelen, en werd spoedig aangesteld als lid van den Raad en Kanselier van Friesland. Uit de rijke bibliotheek van Occo was hij in staat aan zijn vrienden verschillende gegevens te verschaffen; als aan Erasmus Agricola's aanteekeningen op Seneca en aan den drukker Rescius een homilia van Chrysostomus. Op 29 Februari 1532 ging hij over naar den Raad van Utrecht. In Mei - October verbleef hij te Kleef, vermoedelijk voor zijn gezondheid, want hij leed aan een keelaandoening. Den 4den Augustus 1535 schrijft Haio uit Utrecht een brief aan Everardus Nicolaï, Raadsheer in den Hoogen Raad te Mechelen, in autogr. bewaard in de Univ. Bibl. Amsterdam. Haio overleed in 1540, in zijn 45e jaar, volgens zijn Epitaphium door Alardus van Amsterdam gedrukt in diens uitgave van Theophilacti Epistola (1541?). Erasmus was met Haio in vriendschappelijke briefwisseling; deze spoort hem aan, de werken van Agricola uit te geven, waarvan het hs. in Occo's bibliotheek was. Haio heeft toen Lucianus' De non facile credendis delationibus met de commentaren van Agricola uitgegeven, terwijl Alardus de Dialectica heeft bewerkt en het geheel als Lucubrationes van Agricola heeft laten drukken in 1539, na den dood van Haio. Zijn portret en dat van Anna Occo, door Dirck Jacobs, worden bewaard in ‘Het gebouw van Barmhartigheid’ of het ‘Hofje van Occo’ te Amsterdam. Zie: Allen, Opus Epistol. Des. Erasmi III, 444; Sterck, Onder Amsterdamsche Humanisten (Amsterd. 1934), 65 volg. Sterck |
|