[Frikius, Christophorus of Christoff]
FRIKIUS (Christophorus of Christoff) of Frik, geb. te Ulm omstreeks 1661, overl. waarschijnlijk aldaar, jaar onbekend. Zijn leerjaren in de chirurgie volbracht hij bij den chirurgijn Bartholomeus Hekingh te Ulm, en begon kort na kerstmis 1677, toen hij 16 jaar oud was, zijn wereldreis, zoodat hij, na nog een half jaar bij den chirurgijn Georg Herlenberger te Zürich gewerkt te hebben, in het eind van 1679 te Amsterdam aankwam. Hij liet zich daar aanmonsteren bij de O.I. Compagnie, en na zijn chirurgijns-examen met goed gevolg te hebben afgelegd, werd hij als ‘onder-meester’ aangesteld aan boord van de ‘Ternate’, waarmee hij den laatsten Mei 1680 naar Oost-Indië voer. Daar verbleef hij tot Februari 1685, toen hij met ‘de Beurs van Amsterdam’ thuis voer. Zijn reizen heen en terug en zijn verblijf in Oost-Indië heeft hij buitengewoon levendig beschreven en vooral munten daarin uit zijn schilderingen der verschillende krijgstochten en expedities, waaraan hij deelnam. Hoewel de schrijver niet van overdrijving vrij te spreken is, is zijn reisbeschrijving toch uiterst belangrijk voor de kennis van den toenmaligen tijd. Veel geneeskundige beschouwingen geeft hij niet, maar, als hij het doet, zijn zijn beschrijvingen zeer interessant. Hem komt de eer toe, een eerste goede beschrijving te hebben gegeven van den vochtigen d.i. hydropischen vorm van beri-beri, zonder evenwel den naam te noemen, zooals Dr. Jacobus Bontius (dl. III, kol. 137) de eerste was, die den drogen d.i. atrophischen vorm schilderde. Van hem zijn bekend: Christoff Frik, Ost- Indianische Raysen und Kriegs-Dienste, oder eine auszführl. Beschreibung, was sich von a.
1680-85 mit ihme hin und wieder begeben, da dann insonderheit der Bantamische Krieg auf Grosz- Java warhafftig vorgestellet etc. M. Kupf. (Ulm 1692. 8o). Van dit werk bestaat een nederlandsche vertaling, met twee andere reisbeschrijvingen gecombineerd, onder den volgenden titel: Drie seer Aenmercklijcke Reysen Nae en door veelerley Gewesten in Oost-Indien; Gedaen van Christophorus Frikius, Chirurgijn; Elias Hesse, Bergh-Schrijver; Christophorus Schweitzer, Boekhouder; Yeder bysonder, van 't Jaer 1675 tot 1686. Bevattende, nevens een groot getal sonderlinge Gevallen, nauwkeurige Waerneemingen en veele noyt beschrevene Gedenckwaerdigheden, oock Een eygentlijck beright van den laetsten Bantamschen Oorlogh, en de veroveringh van geheel Groot- Java door de Hollanders. Desgelijcks van de Staet der Sillidaische