[Frey, Johannes Pieter de]
FREY (Johannes Pieter de), teekenaar en etser, werd geb. 1 Febr. 1770 te Amsterdam en is overleden te Parijs in 1834. Hij schijnt in 1798 nog in Amsterdam te zijn, maar eenige jaren later moet hij naar Parijs zijn vertrokken. Hij was een leerling van zijn zwager Jac. Lauwers en een broeder van de schilderes Anna de Frey. F. werkte met zijn linkerhand, daar zijn rechterhand verlamd was. In 1814 was hij ‘pensionair’ van den Koning van Holland en woonde te Parijs in de Rue Faubourg St. Denis. Hij is vooral bekend door zijn etsen naar werken van Rembrandt (zijn hoofdwerk is diens Anatomische les en de Staalmeesters), en hierin evenaarde hij de beste etsers en graveurs naar Rembrandt. Hij werkte ook naar andere oud-hollandsche meesters als: L. Brekelenkam, D. Baillie, G. Dou, Gov. Flinck, S. Koninck, J. Lievens, G. Metsu, C.v. Dalen, Drost, R. Roghman, J. Lauwers; ook naar de fransche schilders P.P. Prud'hon, J. Granet. F. werkte voor verschillende groote uitgaven o.a. voor het tweede deel van het 1803-09 verschenen verzamelwerk Musée Français, voor Vallier's Annales de la calcographie (1806), voor de Annales de bâtiments (1817-18) en voor E. Joubert's Manuel de l'amateur d'estampes (1821). Het schijnt, dat hij ook stillevens geteekend heeft. Verschillende verzamelingen, o.a. het amsterdamsch Prentenkabinet, bezitten teekeningen van hem.
Zijn geteekend portret (door hemzelf?) in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam.
Zie: A.v. Wurzbach, Niederl. Künstler-