[Duck, Jacob]
DUCK (Jacob), schilder, geboren omstr. 1600 te Utrecht en na 1660 gestorven, waarschijnlijk te 's Gravenhage. In 1621 wordt hij als leerjongen in het gilde te Utrecht vermeld. Tusschen 1630 en 1632 is hij meester geworden. Op 28 Maart 1643 en in 1646 vinden wij hem als getuige opgeteekend. Van 1656-1660 is hij in 's Gravenhage werkzaam. Langen tijd werd hij verward met den haagschen dierenschilder Jan le Ducq. In zijn voorstellingen doet hij denken aan Pieter Codde en Anthonie Palamedesz. Hij ontleent zijn onderwerpen veelal aan het soldatenleven. Ook schildert hij interieurs, gewoonlijk in klein formaat. In vele opzichten was hij een fijnschilder. Ondanks perspectivische fouten in zijn werk, was hij in zijn tijd een zeer gezocht meester, die goede prijzen wist te maken.
Zie: A. von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon I (1906), 433, 434 en III (1911), 77; U. Thieme u. F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler X (1914), 40.
van Guldener