te voegen die van chirurgijn aan het Gereformeerde Burgerweeshuis en het Armhuis, terwijl hem bij de opening van het in 1811 gestichte hofje ‘Kuyl's Fundatie’ de zorg der ‘16 weduwen of bejaarde vrijsters’, welke deze stichting zouden bevolken, werd toevertrouwd.
Willem Donkersloot was een boezemvriend van den predikant Dr. Jan Scharp en hun vriendschap vond ruim voedsel in het feit, dat deze beide Rotterdammers ondanks alle regimes en revoluties, trouwe Oranje-mannen bleven.
Vooral heeft Donkersloot zich onderscheiden door zijn onvermoeid streven om de heelkundigen tot hooger wetenschappelijk peil te voeren: hij was de man, die de resolutie van 3 Augustus 1801 wist uit te lokken, waarbij aan de chirurgijns de eisch gesteld werd, dat tot het verrichten van ‘operatiën op den steen, de breuk en de cataract’ een speciaal examen moest worden afgelegd, dat recht zou geven op den titel operateur, en de candidaten verplicht werden, om practische proeven op lijken te doen. Zijn verdiensten in deze werden erkend door de aanbieding van het lidmaatschap van het Genootschap ter Bevordering der Heelkunde te Amsterdam.
Verder heeft hij zich sterk beijverd voor de invoering der koepokinenting in Rotterdam en was een der oprichters van het Genootschap tot Bevordering der Koepokinenting onder de zinspreuk Ne Pestis Intret Vigila en met Dr. Davids een der directeuren van het ‘Instituut, opgericht binnen Rotterdam, teneinde de Inenting der koepokken aan minvermogenden op alle mogelijke wijze te bevorderen en desnoods gedurende het beloop derzelve, eenigen onderstand te bieden’.
Toen in 1798 de gilden waren afgeschaft en de hoofdlieden werden vervangen door Provisioneele Commissarissen, was Donkersloot een dezer functionarissen, terwijl hij bij de vervanging van het Collegium Chirurgicum door de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht ook in dit college benoemd werd, zoodra zijn geprononceerde oranjegezindheid daarvoor geen beletsel meer was.
Willem Donkersloot, die gehuwd was met Margaretha Josina van Prooyen, overleed 29 Januari 1824 en werd 2 Februari d.a.v. in de Oosterkerk te Rotterdam begraven.
Donkersloot