Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 222]
| |
versiteit te Utrecht, werd in 1828 toegelaten tot de evangeliebediening, was predikant te Horssen (1829-46), Chaam (1846-49), Veere (1849-50) en Vlissingen (1850), waar hij tot zijn dood werkzaam was. Van hem zag het licht: Bijbelsche geschiedenis voor jeugdige christenen (Nijmegen 1837-42), 6 dln; Het H. Avondmaal, een dierbaar onderpand en toonbeeld van de liefde des lijdenden en stervenden Verlossers (Nijm. 1842); Het beeld van Jezus als menschenzoon, naar zijn karakter en leven en enkele trekken eenvoudig voorgesteld (Nijm. 1843); Het beeld des lijdenden en stervenden Verlossers, in zijn goddelijke grootheid en liefde en met al de verschillende rigtingen en zegeningen van zijnen offerdood (Amst. 1845); Het Koninkrijk der hemelen, volgens de gelijkenissen en uitspraken des Heeren, (Vlissingen 1852); Het leven met Christus verborgen in God, voorgesteld in leerredenen (Vlissingen 1852); Het leven is mij Christus. Tweede tiental leerredenen (Vlissingen 1852); Intreerede bij de N. Herv. gemeente te Vlissingen, over het Koninkrijk der hemelen (Middelb. 1853). Zijn beide zoons gaan voor. Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. II, 318. Wumkes |
|