[Commelin, Mr. Johannes (3)]
COMMELIN (Mr. Johannes) (3), gedoopt te Amsterdam in de Zuiderkerk 12 Jan. 1780, overl. ald. 9 Dec. 1858. Hij was een zoon van Johannes Commelin (zoon van den procureur Johannes, en kleinzoon van Johannes (2) die voorgaat) en Wendelina Jacoba van Goor. Hij werd als jur. stud. te Amsterdam ingeschreven in 1799, te Leiden 4 Juni 1800 en promoveerde ald. op proefschrift Binae quaestiones iuris (Lugd. Bat. 1801). Hij werd poorter te Amsterdam 25 Febr. 1806, liet zich inschrijven als advocaat en fungeerde van 1806 tot zijn dood als notaris aldaar. Hij huwde in 1802 met Hendrina van Herwaarden. Uit dit huwelijk werden een zestal kinderen geboren; een zoon Johannes (4) volgt.
Zie: Fred. Muller, Catalogus dissertationum et orationum iuridicarum (Amst. 1879), no. 1760; A.B. van der Vies, Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Commelin in De Ned. Leeuw (1923), 156.
Wijnman