[Commelin, Jan (1)]
COMMELIN (Jan) (1) of Jean Commelin, geb. te Douai omstr. 1510, terechtgesteld te Brussel 9 April 1568. Hij was een zoon van Toussaint Commelin (een oudere broeder van Hugues, den vader van Hieronymus, die voorgaat); als koopman in granen te Gent gevestigd, werd hij ‘wegens der religie wille’ 10 Febr. 1568 ingedaagd, daarna met zijn zoon (of schoonzoon) gevangen gezet en vervolgens ter dood gebracht. Zijn huis in de Burchstraat te Gent werd 30 Juli 1568 ter verpachting aangeplakt en 4 Aug. d.a.v. verpacht, terwijl het drie jaar later openlijk verkocht werd.
Hij huwde omstr. 1533 met Catharina Portier gezegd de la Motte, geb. 18 Juli 1515, een dochter van Jean Portier en Margerita Muret. Uit zijn huwelijk werden tien kinderen geboren: Jenne, geb. omstr. 1534, in 1561 gehuwd met Hector Govin; Hieronymus, jong overleden; Margaritha, geb. omstr. 1536, trouwde 1554 Jude Bonnenuit; Nicolaas, gehuwd met Margaretha Trappet; Françoise, gehuwd met Jacques Trappet; Annetje; Jan (2), die volgt; Bonne, in 1570 getrouwd met François du Gardin; Jacqueline; Agnes, in 1584 te Amsterdam gehuwd met David Sohier.
Jan Commelin (1) was de stamvader der amsterdamsche Commelins.
Zie: Ph. de Kempenaer, Vlaamsche Kronijk, uitg. door Ph. Blommaert (1839), 42, 45, 48, 57, 121; Casp. Commelin, Beschrijving van Amsterdam, 2e dr. (1726), II, 1023; C.P. Burger Jr., De boekverkoopers Commelin te Genève, Heidelberg, Amsterdam en Leiden in het Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen IX (1911), 147; A.B. van der Vies, Bijdrage tot de genealogie Commelin in De Ned. Leeuw (1923), 152; Elias, De vroedschap van Amsterdam 1, 373; II, 569, 671.
Wijnman