[Commelin, Abraham]
COMMELIN (Abraham), geb. te Amsterdam 1597, overl. nà 1652, uitgever. Hij was een zoon van Jan Commelin (2), die volgt, en werd reeds 21 Nov. 1611 tegelijk met zijn jongeren broeder Isaac (dl. VI, kol. 325) als studiosus artium liberalium te Leiden ingeschreven. In 1618 komt zijn naam voor in de Stadsrekeningen van Amsterdam: ƒ 100 worden hem betaald ‘over de didecatie van een boeck genaempt oft geintituleert Opera Ciceronis van Grutero an Heeren, Burgermeesteren’; intusschen was hij hier slechts tusschenpersoon. Aanvankelijk was hij werkzaam in de zaak van zijn vader, die door diens weduwe was voortgezet. Na haar dood vindt men de Athenae Atticae van Joann. Meursius uitgegeven ‘apud Commelinos fratres’ te Leiden in 1624, doch het is onzeker, of Abraham de compagnon was van zijn broeders Isaac en Jacob. Van 1626 af was Abraham zelfstandig uitgever te Leiden: Franconis Burgersdicii Institutionum logicarum libri II is uitgegeven ‘Lugduni Bat. apud Abrahamum Commelinum’. Later begon hij zelf een drukkerij: Ambrosii Calepini Dictionarium novem linguarum (s.a.) bevat de mededeeling ‘ex typographia rediviva Abrahami Commelini’. De bekendste van zijn uitgaven is de quarto Virgilius, door Schrevelius bewerkt en door den uitgever opgedragen aan zijn neef Wouter Valckenier (1646). Zijn laatste uitgaaf was Lev. Lemnii Occulta naturae miracula (1650); in de opdracht aan Burgemeesteren van Amsterdam dankt hij hen voor de eervolle bediening,
waartoe de magistraat van deze stad hem heeft geroepen. Intusschen heeft hij Amsterdam niet lang mogen dienen. Bij een terechtstelling van oproerige matrozen op den Dam in 1652, drong het volk op, en doordat Abraham in zijn functie van bevelvoerend kapitein van de stadssoldaten, last tot schieten gaf, werd een aantal onschuldige personen gedood en gewond. Abraham is daarop uitgeweken, openlijk ingedaagd en toen hij niet verscheen, buiten de stad gebannen. Van zijn verdere lotgevallen is niets bekend.
Hij was 18 Mei 1623 te Amsterdam aangeteekend met Jaapje Spiegel, een dochter van Outgert Spiegel. Een tweetal dochters uit dit huwelijk werden te Leiden gedoopt: op 31 Mei 1630 Geertruid en op 21 Jan. 1632 Catharina. Laatstgenoemde huwde te Leiden in 1649 met Johannes van Alphen (1620-55/56).
Zie: J. Wagenaar, Amsterdam in zijne opkomst enz. (1760) I, 585; A.M. Ledeboer, Alfabetische lijst der boekdrukkers (1876), 38; Kleerkooper-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam (1914/16), 1438, 39; Moes-Burger, De Amsterdamsche boekdrukkers en uitgevers (1915) IV, 168-170; A.B. van der Vies, Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Commelin in maandblad De Ned. Leeuw (1923), 153.
Wijnman