van Dortsmonde, bij wie hij slechts één zoon kreeg, eveneens Willem, die, jong, hetzij in 1500, hetzij in 1504 als student te Leuven gestorven is.
Nog een andere Willem v.B. (van den utrechtschen tak blijkbaar) vermoedelijk ook bedoeld Nav. (1905), 495, was gesproten uit het huwelijk van Eustachius v.B., overl. vóór 1507 en zoon van Dirk en Johanna v. Hemert (Gen. en Her. Bl. III, 33 en VIII, 405) en de in 1528 gest. Henric(a) v. Luttekenhuys (zie boven, het slot van art. Johan (2) bij Dirk en vgl. Gen. en Her. Bl. VIII, 405 en reeds III, 304). Aldaar VIII, 358 wordt Belia genoemd als dochter van Eustachius, heer van Zuilichem en Odilia van Leyenburg.
Hij, Willem, wordt gezegd beleend te zijn, na den dood van zijn tante(?) van Luttekenhuys, dochter van Braem van L., met Oud-Wulven, Heemstede en Weede, en verder erfgenaam benoemd van een tante Agnes van Leeuwenberg, en wel van het huis Nieuw-Amelisweerd, maar daarbij wordt deze Willem van B. genoemd zoon van Steven (Her. en Gen. Bl. VIII, 71), maar dat blijkt later (bl. 73) Steeszoon te moeten zijn; en dit dan weer te lezen voor Eustachius (74-75), zoodat deze lezing aantoont dat wij bij deze beleeningskwestie(s) te doen hebben met den beneden te noemen Willem, zoon van Eustachius en Margriet de Waal van Vronesteyn en echtgenoot van Adriana v. Nyenrode, dus kleinzoon van dezen Willem, van wien nog gezegd kan worden, dat hij omstr. 1531 lid was van de Ridderschap van Utrecht en 21 April 1536 dood was. (De naam, Steven, zoo even vermeld, was de naam van Steven van Rutenberg, van wien Agnes van Leeuwenberg in 1562 weduwe was. Gen. en Her. Bl. VIII, 407.
Uit het huwelijk van Willem van B. en Catharina (bij Balen Maria genoemd) v. Nispen (dochter van Govert en Elisabeth van Cronenburch) sproten:
1. Eustachius, heer van Heemstede (en van Killestein, zie Nav. (1905), 504 en Gen. en Her. Bl. III, 102) schout en burgemeester van Utrecht (1557, 1558, 1559), schepen aldaar 1563, overl. omstr. 1570, eerst gehuwd met Catharina Schoofs, overl. 1592 (dochter van Wouter, heer van Loxum en Maria v. Vlerdinck), daarna met de bovengenoemde Margriet de Wael v. Vronesteyn (dochter van Lutbert en Maria v. Raephorst) en vermeld op 1589, uit welk laatste huwelijk meerdere kinderen, waarvan de oudste weer een Willem was (kinderloos overl. 1569, Gen. en Her. Bl. III, kol. 34-35). Gelijk wij zagen, was hij (sinds 1565) gehuwd geweest met Adriana v. Nyenrode, dochter van Engbert en Mabelia v. Rodenburg (zie t.a.p. VIII, 198 en vgl. ook Ber. Hist. Gen. IV (1851), kol. 121 en 124 (stamboom geslacht Nyenrode);
2. Wilhelmina, sinds 21 April 1536 gehuwd met Johan de Wael v. Moersbergen (of, naar Gen. en Her. Bl. VIII, 470 Bartholomeus, maar aldaar IX, 140-141, weer Jan of Johan). Doch wij houden Bartholomeus voor den (2en?) zoon van dezen en Willemien v.B., die in 1544 weduwe was (Balen, 159). d'Ablaing v.G., Ridderschap van Veluwe 268 vermeldt van dezen utrechtschen burgemeester en medegenoemde Willemina v.B., ook een dochter, Cornelia (zie in het alg. voor de v. Brakels deze bron en de Ridderschap van Nijmegen van denzelfden auteur);
3. Elisabeth, gehuwd met Reynout v. Burmania, ridder, drost v. Coevorden;
4. Johan, gehuwd met eene v. Brederode.