Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 100]
| |
en Wilhelmina van Kessel. Hij was schepen van 's Hertogenbosch in 1469, 1486, 1490, 1495, 1496, 1499, 1503 en 1507, deed den eed als secretaris 4 Maart 1496 in plaats van wijlen Lambert van Doorn. Toen hertog Philips in 1494 besloot naast de schepenen twee burgemeesters te benoemen tot beter beheer der regeering en stadsfinanciën, welke elk jaar zouden aftreden, zag hij zich als bekwaam rechtsgeleerde met Mr. Pieter Pels in 1497 als zoodanig aangesteld en in 1498 met gemelden collega herbenoemd. Na hun aftreden werd het ambt van burgemeester weder opgeheven. Toen er in 1495 een geschil ontstond over de rechtspraak en andere zaken tusschen de stad en de meyerij van den Bosch, maakte hij met de raadsleden Gosewijn van den Heesacker, jhr. Mr. Jan van Vladeracken, heer van Geffen, jhr. Jan Heym en vier burgers, vanwege de stad deel uit der commissie, die niet de afgevaardigden der meyerij die geschillen tot een goed einde moesten brengen. Hun overeenkomst werd 25 Aug. 1495 op schrift gesteld en 29 Aug. 1506 door hertog Philips van Brabant na een langdurig onderzoek goedgekeurd. Hij werd met zijn echtgenoote Elsebena Bolckx bij het altaar van de H.H. Maria Magdalena, Lazarus en Martha in de St. Janskerk begraven. Zie: Taxandria VI (1899), 31-32; J. van Oudenhoven, Beschrijvinge der Meyerij van den Bosch (1670), 107-116. Verzijl |
|