[Boers, Frederik Hendrik]
BOERS (Frederik Hendrik), geb. te Padang 17 Aug. 1829, overl. te Soekaboemi 23 Sept. 1888, zoon van Johannis Wilhelmus Boers en Anna Elisabeth Josina Mooyaart; trad in den Nederl. Ind. civielen dienst den 1. Sept. 1849 als klerk en havenmeester te Pontianak; werd 6 Mei 1851 ambtenaar t. beschikking van den resident van Semarang en 19 Mei 1853 van den directeur der cultures; 21 Aug. 1854 controleur 3e kl. bij de landelijke inkomsten en cultures; 11 Aug. 1858 controleur 2e kl. Na een twee-jarig verlof wegens ziekte naar Europa, in dien rang herplaatst te Palembang; 27 Sept. 1862 controleur 1e kl.; 27 Mei 1866 assistent-resident van Blitar; 21 Sept. 1862. ass.-res. van Blora. Na een herhaald twee-jarig verlof wegens ziekte naar Europa, was hij achtereenvolgens ass.-res. van Soekapoera kolot (3 Juli 1875), van Lambangan (25 Sept. 1876) en van Galoek (Cheribon) 21 Febr. 1878. Den 22. Mrt. 1879 werd hij op pensioen gesteld. Naast zijn werk in zijn verschillende ambten heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door in 1854 als controleur te Patjitan, dus als leek, een bepaalde wijze van retrovaccinatie toe te passen van kindelijke pokken op een rund, en door verschillende generatiën van rund op rund, die door het latere hoofd van het Parc-vaccinogène, C.D. Schucking Kool, werd overgenomen, en die, na jarenlange mislukkingen langs andere wijzen van doen, in 1884 eindelijk tot succes voerde.
Zie: Stamboek Ned. Ind. Burgerl. Ambtenaren op Alg. Secretarie te Buitenzorg; C.D. Schucking Kool, Eerste jaarversl. Parc-vaccino-