en overleed als president van het Hooggerechtshof in den Haag. Hij was gehuwd 8 Dec. 1782 met Barthina Bouwina Schultz (geb 31 Jan. 1755 te Franeker, overl. 11 Dec. 1829) dochter van Mr. Giliam Schultz en Titia Terpstra. Tegen hem verscheen: De eer van de vergadering der H.H. Deputaten van de Franeker synode, verdedigd door G.T. de Cock en T. Joha, predikanten te Beetgum en Reitsum teegen de beschuldigingen in de Deductie van Mr. E.H.B. op den landdag van 1793 (Leeuw. 1793), welk vlugschrift hij beantwoordde in een Brief aan Ds.G.T. de Cock en T. Joha, waarop van een anonymus volgde: De eer der Friesche geestelijkheid gehandhaafd.
Zie: Nederl. Patriciaat (1927), 5; R. Visscher, Catalogus der stedelijke bibliotheek van Leeuwarden ('s Gravenh. 1932), 34; mijn Stadsen Dorpskroniek van Friesland (Leeuw. 1930) I, 350, 375, 376, 378. (Leeuw. 1934) II, 64, 482.
Wumkes