[Baers, Ygo de]
BAERS (Ygo de), geb. te Harlingen omstreeks 1674, overl. Juli 1709, liet zich 1 Sept. 1693 inschrijven als student aan de hoogeschool te Franeker, studeerde aldaar theologie en letteren, werd conrector van de latijnsche school te Harlingen, en in 1707 predikant te St. Jacobi Parochie, waar hij nog geen twee jaar werkzaam was. Men vindt van hem een hebreeuwsch vers achter de Dissertatio historico-philologica qua disputatur Josephi de Christo, ejusque miraculis, morte et resurrectione testimonium, quod Antiq. lib. XVIII. 4. occurrit, pro supposititio habendum non esse, verdedigd door Sibrandus Jusum à Wyarda, Leovardius (Franeq. 1696).
Zie: T.A. Romein, Naamlijst der predikanten in Friesland (Leeuw. 1886), 225.
Wumkes