[Aebinga, Hette van]
AEBINGA (Hette van), friesch grietman, zoon van Ruurd v. A. en Ida van Decama, was gehuwd met Sjouck, dochter van Frans van Cammingha en Jouck Walta van Jongema te Bozum. Toen in 1566 het placcaat wegens herstel van den r.k. eeredienst te Leeuwarden zou worden afgekondigd, ontstond daarover ter vergadering in de kerk te Oldehove een felle twist, waarbij v. A., die destijds te Hallum woonde, en lid van het schuttersgilde te Leeuwarden was, in hooge woorden geraakte met den leeuwarder burger Gabbo Selsma, die hem toevoegde, dat hij in deze vergadering niets te maken had. Met zijn roomschgezinde geloofsgenooten overstemd, moest hij toen de kerk verlaten. Evenals Allert van Sierksma, grietman van Leeuwarderadeel, teekende hij in Jan. 1567 het vertoog van Aremberg, strekkende tot bevestiging van hun trouw aan den Koning en hun gehechtheid aan het Katholicisme. Hij staat bovenaan de lijst der onderteekenaars. Tot belooning voor zijn ijver voor de spaansche partij, aan welke hij vele diensten had bewezen, werd hij in 1572 door den Koning tot grietman van Menaldumadeel aangesteld. Hij schijnt echter met zijn ingezetenen, niet wel overweg te hebben gekund. In 1575 stierf hij en zijn stof rust in de gewijde aarde van het St. Annaklooster te Leeuwarden in de Bagijnestraat.
Zie: H. Baerdt van Sminia, Nieuwe Naamlijst van grietmannen (Leeuw. 1837), 176-178.
Wumkes