selier des rijks, viel in ongenade bij den wreeden koning Christiern II, omdat hij dezen op bede van zijn zwager, Karel V, gewaarschuwd had over de opspraak wekkende verhouding met zijn bijzitten. De aartsbisschop, het geweld vreezende van den wreeden koning, vluchtte naar Holland en verbleef te Amsterdam in het gastvrije huis van Pompejus Occo (dl. VI, kol. 1075). Toen koning Christiern voor een bezoek te Brussel, 1521, Amsterdam passeerde, eischte hij van den magistraat der stad de gevangenneming van den aartsbisschop, doch op raad van den gastheer weigerde men hieraan te voldoen, omdat de aartsbisschop zich beroepen had op den Paus. De aartsbisschop vertrok uit de stad en schonk zijn gastheer een bijbel, in het Deensch vertaald en gedrukt op perkament. Ten tijde van v. Heussen werd deze nog in de familie van den gastheer bewaard. Na een kort verblijf te Utrecht, reisde de aartsbisschop naar Rome, waar hij overleed aan het pauselijk hof.
Zie: H.v. Heussen, Batavia Sacra, 399; Hist. episc. Harlem., 125; Commelin, Beschrijving van Amsterdam II, 925-926; Goovaerts, Ecrivains artistes de l'ordre de Prémontré IV, 342; Cohen-Theiner, La Suède et le St. Siége I, 158.
Fruytier