[Vijgh, Joost]
VIJGH (Joost), heer van IJzendoorn, geb. te Tiel en aldaar overl. 3 Jan. 1666, zoon van Dirk (vgl. artikel) en van Theodora Pieck, vrouwe van IJzendoorn, verscheen onder de Ridderschap van Nijmegen 1621-65, was lid der admiraliteit te Amsterdam, sedert 15 Mrt. 1639 raad en in 1653 president van het hof van Gelderland, curator van de academie te Harderwijk 1647-57, Gedeputeerde 1648-65. In Juni 1647 tot curator der nieuw opgerichte hoogeschool te Harderwijk benoemd, hield hij 12 Apr. 1648 op het koor der kerk aldaar de inwijdingsrede onder den titel: De erigendae Academiae causis praefatio. Hij wordt door den hoogleeraar Cornelius Tollius, welke een beschrijving van het inwijdingsfeest der academie gaf, een edelman van hoogstz zeldzame geleerdheid genoemd. Hij bekleedde onder het zestal curatoren een hooge plaats. Adam Huygen droeg hem 1 Febr. 1653 zijn beschrijving van het begin, opkomst en aanwas der stad Doesburg op met een Praefatio, waarin hij met het oog op zijn rechtschapenheid, op zijn voornaam zinspeelt. Dit werk werd in 1753 door Mr. Cornelis Walraven Vonck, die Joost Vijgh onder de voorstanders en kenners der wetenschap rangschikt, te Nijmegen uitgegeven. Als erfgenaam zijns vaders werd hij in 1616 met het veer te Wamel beleend, en als erfgenaam zijner moeder 12 Juni 1639 met de hooge heerlijkheid IJzendoorn, welke hij echter eerst met de zuster zijner moeder Barbara Pieck (beleend 3 Mei 1636), gehuwd met Gerard van de Poll, en na haar dood (19 Nov. 1651) met haar dochter Mechteld Jacoba van de Poll (beleend 3 Mrt. 1652) gemeenschappelijk bezat. Hij was in Febr. 1628 te Avezaat gehuwd met Anna de Cock van Opijnen (geb. te Avezaat en overl. vóór 23 Mei 1669), dochter van Johan, heer van Geffen en Nieuwland en van Anna van Vladeracken. Uit zijn huwelijk een dochter, Theodora, die in 1658 Godert van Steenhuys, heer van Aard (overl. 11 Dec.
1663) huwde, en een zoon Dirk Jacob, heer van IJzendoorn, overl. te Tiel 29 Apr. 1674, welke gehuwd was met Maria Catharina van Mevert.
Zie: J. Anspach, Het geslacht Vijgh in Heraldieke Bibliotheek N.R. I1 (1878), 266-270; W. de Haas, Het geslacht Vijgh aldaar N.R. II1 (1879), 67-69; H. Bouman, Geschiedenis der voormalige Geldersche Hoogeschool (1844) I, 28, 131, 133, 139, 148, 192, II, 648; F.G.D. van Bleeck van Rijsewijk, De stichting van Nassau-Veluwsche Gymnasium te Harderwijk, herdacht op 18 Juli 1872, 28; W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen, 202.
Verzijl