[Vos van Steenwijk van den Havixhorst, Godert Willem baron de]
VOS VAN STEENWIJK VAN DEN HAVIXHORST (Godert Willem baron de), geb. te Vollenhove 17 Oct. 1747, overl. te de Wijk 20 Dec. 1830, was de tweede zoon van J.A.G. de Vos van Steenwijk en G.A. van Isselmuden. Hij werd militair en bracht het tot luitenant-kolonel van de lijfwacht van den stadhouder Willem V.
In afwijking van zijn broeders was hij prinsgezind, en toen hij in 1795 buiten dienst geraakte, zette hij zich op zijn buitenplaats de Havixhorst onder de Wijk neder.
Hij werd, nadat Drente in 1802 met het departement Overijsel vereenigd was, 29 Oct. van dat jaar ter vervanging van zijn broeder Carel de V.v.S.v.d. Hogenhof (die volgt) tot lid van het bestuur van Overijsel gekozen in het district Meppel.
Nadat Drente onder Schimmelpenninck weder een afzonderlijk departement geworden was, werd hij 19 Juli 1805 met ingang van 1 Aug. d.a.v. tot een der 3 leden van het bestuur van dat departement benoemd. Toen onder koning Lodewijk een organisatie der departementen als de fransche werd ingevoerd, werd de Vos benoemd tot drost in het kwartier Meppel. Onder het fransche bewind werd Drente met Groningen vereenigd tot het departement Ems occidental. Toen werd geheel Drente één arrondissement, en daardoor geraakte hij 1 Jan. 1811 buiten betrekking. Kort daarna werd hij benoemd tot vrederechter in het kanton Meppel. Hij bleef dit ook na de bevrijding.
Op 29 Aug. 1814 werd hij tot lid der Provinciale staten van Drente voor de ridderschap benoemd.
Wegens hoogen leeftijd verzocht hij ontslag als vrederechter, hetwelk hem in Mrt. 1825 eervol verleend werd. Bij zijn periodieke aftreding als lid der staten verzocht hij in hetzelfde jaar niet voor een nieuwe verkiezing in aanmerking te komen, en werd hij 1 Juni vervangen.
Hij werd in 1814 in de ridderschap van Drente opgenomen en hem werd in 1821 de titel baron toegekend.
Hij huwde 20 Mrt. 1798 Andrea van Holthe, geb. 13 Nov. 1773, overl. 4 Apr. 1825, bij wie hij 2 zonen en 3 dochters had.
Ramaer