communione bonorum, mulierum et liberorum in libris de republica proposita, sub examen vocatur. Van Voorthuysen had sedert den naam van een financieele specialiteit, en in zijn jeugd zag ieder een toekomstig minister van Financiën in hem.
Hij werd eerst kantonrechter. Nadat hij in Jan. 1856 in het kiesdistrict Breukelen tot ild der Provinciale staten van Utrecht gekozen was, werd hij reeds 2 Juli 1857 door zijn medeleden tot lid der Eerste Kamer gekozen. Daar men dit hooge staatslichaam bijna geregeld eerst op veel hoogeren leeftijd binnenkwam, verkreeg hij van zijn ambtgenooten den bijnaam: de utrechtsche jongen, dien hij zijn geheele leven behield, zonder dat men later wist wat de beteekenis was.
Zijn lidmaatschap dier Kamer duurde niet lang, want 7 Apr. 1858 werd hij in het kiesdistrict Utrecht als conservatief candidaat tot lid der Tweede Kamer gekozen. Daar zijn gezondheid reeds toen te wenschen overliet, kon hij in de Kamer niet zooveel presteeren als men gedacht had en hij gaarne gewild had. Hij werd 24 Jan. 1859 benoemd tot lid der toen ingestelde rijkscommissie voor de statistiek.
Langzamerhand helde hij meer naar het liberalisme over, vooral toen sedert 1871 de anti-revolutionnaire partij door den invloed van Dr. Kuyper zoo machtig werd en hij haar overwicht, dat hij verderfelijk voor het vaderland achtte, vreesde.
Bij zijn periodiek aftreden tegen Sept. 1873 werd hij 10 Juni 1873 door een anti-revolutionnair vervangen. De Staten van Utrecht maakten dit goed door hem in Juli 1874 tot lid der Eerste Kamer te verkiezen. Bij zijn periodieke aftreding begin Sept. 1883 verzocht hij, wegens zijn slechte gezondheid, niet in aanmerking te komen en werd hij in Juli te voren vervangen. In zijn jonge jaren heette hij, ter onderscheiding van een neef, E. van Voorthuysen Hz. Later verkreeg hij vergunning, den naam du Marchie bij den zijnen te voegen. Sedert verviel het Hz.
Hij werd ook hoogheemraad van den Lekdijk benedendams.
Hij huwde 17 Juli 1854 Cornélie Jeanne Gillot, geb. 13 Dec. 1829, overl. 21 Dec. 1888, bij wie hij een zoon had.
Ramaer