Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1228]
| |
waarschijnlijk te Leuven. Zeer schrander van geest, vereenigde hij in zich de bekwaamheden van den jurist met die van den staatsman. Nadat hij den geestelijken stand had omhelsd, werd hij eerst kanunnik en weldra proost van St. Marie te Utrecht. Daarna vinden wij hem te Rome, van 1555 tot het begin van 1569, gevestigd. Hij bekleedde er het ambt van revisor der supplieken aan het pauselijk gerechtshof der Segnatura. Den 27en December 1555 schreef hij zich als zoodanig eigenhandig in als lid der nationale ‘duitsche’ broederschap van S. Maria dell' Anima: ‘Johannes Fonckius, Amersfortius, juris consultus Signaturae Justitiae Pauli IV pontificis maximi revisor, Trajectensis diocesis, suomet autographo huic venerabili societati se asscripsit .... VI Calendas Januarii 1556’. In de jaren 1558 en 1567-69 bekleedde hij voorts de waardigheid van ‘provisor’, d.i. voorzitter der broederschap, en was daarvan ook in de tusschenliggende jaren een ijverig en belang-stellend lid. Hij bewoonde in de nabijheid van het hospitium een huis, dat aan de ‘contraternitas’ toebehoorde. In Apr. 1569 zond paus Pius V hem met een opdracht tot de duitsche en nederduitsche bisschoppen. Hij keerde naar de Eeuwige Stad niet terug; in Jan. 1571 werd zijn huis aan een ander verhuurd. Van zijn missie blijkt Vonckius zich tot groote tevredenheid zoowel van Paus als van landheer te hebben gekweten. De eerste schonk hem de inkomsten eener tweede proostdij (te Keulen) en Philips II benoemde hem eerlang tot kanselier van de orde van het Gulden Vlies. In dezen tijd schijnt overwogen te zijn Vonck aan het hoofd van een der nederlandsche bisdommen te plaatsen; doch de Koning wilde hem in staatsdienst behouden. In 1576 verkreeg Vonck te Brussel zitting in den Raad van State. Weldra echter ontbood Philips II hem naar Spanje om er, in plaats van Ivo Hopperus, die den 15. Dec. 1575 overleden was, de betrekking te bekleeden van voorzitter van den raad van nederlandsche zaken. In dit ambt heeft Vonck gedurende den opstand tegen Spanje een belangrijke rol gespeeld, zonder dat het echter mogelijk is na te gaan, welke strekking zijn invloed en welke uitkomsten zijn werkzaamheid (achter de schermen) heeft gehad. In 1579 zond de vorst hem naar Keulen, om er aan de vredesonder-handelingen deel te nemen, en in 1583 vaardigde hij hem af naar den Rijksdag te Augsburg. Johannes Vonck overleed in 1585 te Mouson in Arragon. Geschriften heeft hij, voor zoover gebleken is, niet in het licht gegeven. Zijn portret is onbekend. Zie: Hoynck van Papendrecht, Aanteekeningen kerkelijke Oudheden, 181; Burmannus, Praefatio Anal. I, 16; van der Aa, Biographisch Woordenboek XIX, 329; Brom, Archivalia in Italië I, 205; Hoogewerft. Bescheiden in Italië II, register; dez., Gedenkboek van het Stedelijk Gymnasium te Amersfoort (1928), 296 volg. Hoogewerff |
|