[Verberckt, Theodorus]
VERBERCKT (Theodorus), overl. te Horst 28 April 1686, zoon van Joannes en van Elisabeth van Haeren, was scholtis van Grubbenvorst 1649-86 en van Horst 1655-86; hij erfde van zijn ouders de bouwhoeve, genaamd Haerenshof, gelegen te Klein-Oirlo, welke thijnsroerig was aan de kerk van Meerlo en die naar hem ook scholtissenhof werd genoemd. Hij stichtte in de kerk van Horst een jaargetijde, dat gehouden moest worden op den eersten Vrijdag na Allerheiligen, voor hem zelf, zijn echtgenoote en tevens voor zijn ouders en zijn zuster Margaretha. Hij was gehuwd met Margaretha Verheijden (geb. te Horst 3 Mei 1618, overl. aldaar 17 April 1701), die hem de volgende kinderen schonk: Elisabeth, geb. te Grubbenvorst, overl. op de pastorie te Broeckhuysenvorst 24 Aug. 1710, huwde te Horst 30 Sept. 1663 Johannes de Visschere, zoon van Otto de Visschere, scholtis van Deurne en Gemert; Theodorus, geb. te Grubbenvorst, schoolmeester te Horst, waar hij 25 Juni 1683 overleed, na aldaar 9 Aug. 1676 gehuwd te zijn met Catharina van Astenraet; Joannes, geb. te Grubbenvorst, overl. te Broeckhuysenvorst 20 Oct. 1722, was vicarius van het officie Nieuwenhuijs in de kerk te Horst 16 Juni 1676, kapelaan te Lottum sedert 16 Juni 1680, vicarius van de groot-vicarie aldaar en der Planke-Misfundatie, pastoor te Broeckhuysenvorst sedert 15 Jan. 1685; Joachim, geb. te Horst 11 April 1650, aldaar ellendig verdronken 16 Mei 1715, was vicarius van het St. Anna-altaar in de kerk te Horst; en Bartholomeüs (zie hiervoor).
Zie: M.J. Janssen en J.J.M. Verzijl, Genealogie Verberckt (hs.); Maasgouw (1906), 74, (1908), 6-7, (1909), 12; doopregisters van Horst.
Verzijl