P. Aloysius de Wijckersloot zijn derde proefjaar te Lier volbracht te hebben, ontvingen zij samen verlof zich te wijden aan het beschavings- en bekeeringswerk der Indianen in de missie van Chili. In 1716 naar Sevilla afgereisd, gebruikte hij zijn oponthoud, in die stad om een briel aan P. Mathias Tapia over de missiën aan den Orinoco en den marteldood van drie Jezuïeten missionnarissen te vertalen en naar Nederland te zenden. Dit werkje werd te Roermond in het licht gegeven op last van de vroeger protestantsche abdis van Gandersheim, Henriëtte Christina hertogin van Brunswijk en Lüneburg, die in 1712 katholiek was geworden en zich te Roermond gevestigd had. In 1717 aanvaardde hij de groote en gevaarlijke reis, doch door een storm overvallen, overleed hij bij een schipbreuk.
Zie: Précis historiques 1879, 148.
Kleijntjens