[Teenstra, Marten Douwes]
TEENSTRA (Marten Douwes), geb. in den polder Ruigezand, gem. Oldenhove, 17 Sept. 1795, overl. te Ulrum 29 Oct. 1864. Als boerenzoon legde hij zich aanvankelijk hier te lande op den landbouw toe, vertrok vervolgens naar O. Indië (1825), waar de vooruitzichten hem niet gunstig bleken. Na zijn terugkeer werd hij benoemd tot landbouwkundige in Suriname (1828), waar hij tevens aangesteld werd tot inspecteur van bruggen, wegen en waterwerken ter hoofdstad. Ook bekleedde hij het voorzitterschap van het daar opgerichte (1829) landbouwgenootschap ‘Prodesse conamur’. In 1828-29 en later in 1833-34 bezocht hij .de westindische eilanden. In 1834 keerde hij naar Nederland terug.
Hij is een zeer vruchtbaar schrijver geweest, die in zijn tijd tot betere kennis van onze bezittingen heeft bijgedragen. De belangrijkste geschriften zijn: De vruchten mijner werkzaamheden gedurende mijne reis over de Kaap de Goede Hoop naar Java en terug over St. Helena naar de Nederlanden (1829); De landbouw in de kol. Suriname, I-II, met platenatlas (Groningen 1835); De nederl. W.I. eilanden in derzelver tegenwoordigen toestand (Amsterd. 1836-37); Volksverhalen en legenden van vroegere en latere dagen (1840); De negerslaven in de kol. Suriname en de uitbreiding van het christendom onder de heidensche bevolking (Dordrecht 1842); Bijdrage tot de ware beschouwing van de zoo hoog geroemde uitbreiding des christendoms onder de heidenen in de kol. Suriname, toegewijd aan alle philanthropen (Amsterd. 1844); Mentor, de getrouwe leidsman en raadgever voor landverhuizers die naar N. Amerika willen vertrekken (1850); Beknopte beschrijving van de nederl. overzeesche bezittingen (Gron. 1852); De kinderwereld, ernst en luim (1852); Vluchtige beschouwingen van de hedendaagsche slavemijkwestie in Nederland (Amsterd. 1856). Ook gaf hij uit den Landbouwk. almanak met artikelen van zijn hand, en redigeerde met T.F. Uilkens het Tijdschrift voor land- en tuinbouw.
Zie: West- Ind. Encycl. in voce.
Kossmann