[Susteren, Franciscus van]
SUSTEREN (Franciscus van), geb. te Amsterdam 2 Sept. 1658, overl. te Brugge 31 Dec. 1728. Behalve Franciscus traden nog twee jongere broers in de Sociëteit van Jezus; een dochter werd ‘klopje’ en de vierde zoon, Henricus Josephus (dl. V, kol. 847), hesteeg in 1756 den bisschoppelijken zetel van Brugge. Franciscus trad in 1675 in de Sociëteit van Jezus. In 1691 werd hij naar de Hollandsche missie gezonden, waar hij negentien jaar lang, in den hachelijken strijd der felste jansenistische woelingen zijn priesterlijken plicht ijverig en nauwgezet vervulde. Elf jaar bracht, hij door te Haastrecht en 8 jaar te Utrecht in de Cathrijnesteeg. Tegen het verbod der Staten in kondigde hij van den kansel de jubilé-bul af van 1702, tegelijk met de suspensie van den jansenistischen provicaris Jacob Catz. In 1707 hield hij, ondanks de invloedrijke jansenistische partij, openlijk een rede over de rechten van den pauselijken stoel, weike rechtstreeks gericht was tegen den ex-vicaris Codde. Ook met vele Protestanten, wier hulp en invloed hij noodig had tot bescherming van den godsdienst, verkeerde hij op zeer vriendschappelijken voet. Gedwongen zijn Statië te verlaten zette hij zijn arbeid voort te Ant-