Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Stoffelsen, Jacob]

STOFFELSEN (Jacob), zoon van Stoffel Cornelisse en van Lijne Jans, gedoopt te Zierikzee 3 Dec. 1602, overl. in Nieuw-Nederland enkele jaren na 1657. De meeste kolonisten uit Zeeland gaven in dien tijd de voorkeur aan een vestiging op de W.-Ind. eilanden, waar toen vele middelburgsche kooplieden de ziel waren van groote ondernemingen. Die uit Holland, Utrecht, Gelderland en Drente trokken liever naar N. Amerika. Door het ontbreken van zoo goed als alle documenten van vóór 1638 kan slechts bij wijze van onderstelling aangenomen worden, dat hij daar omstr. 1630 geland is. Voor het eerst wordt hij vermeld in voorjaar 1638 als Willem Kieft, de opvolger van den gouverneur Wouter van Twiller, ter belooning zijner goede diensten als werkbaas, zijn salaris tot 36 gld. 's maands verhoogt. Hij kan in die functie de opvolger geweest zijn van Waling Jacobsen van Winkel, wiens nakomelingschap thans in de duizenden loopt. In 1640 ontving hij zijn aanstelling tot plaatsvervangend lid van den raad van N. Nederl. Was de verhouding tusschen den eersten predikant op Manhattan, Ds. Jonas Michaelis (dl. l, kol. 1333) en den gouverneur Peter Minuit al zeer slecht geweest, zij verbeterde er niet op onder hun opvolgers Kieft en Ds. Bogardus (dl. I, kol. 386). Deze beschuldigde den landvoogd door den geheel onvoorbereid aangevangen oorlog tegen de roofzieke Indianen de kolonie op den rand van den

[p. 1079]

ondergang gebracht te hebben. S. schaarde zich aan de zijde van den predikant. Hij nam een werkzaam aandeel aan den strijd tegen den gouverneur, wat hem op het verlies zijner betrekking en van zijn raadszetel kwam te staan. Kieft en Bogardus, op een zelfde vaartuig naar Nederland ontboden (1647), zijn beiden bij een schipbreuk omgekomen.

S. was gehuwd met Vrouwtje Eydens, de weduwe van den voormaligen schout van Pauw's stichting Pavonia, Cornelis van Vorst, wiens boerderij lag in Hobockan Hockey (nu Hoboken). Bij den gruwelijken overval der Indianen (1655) is zij waarschijnlijk omgekomen, ook S.'s mooie groote huis werd daarbij verwoest. Hij hertrouwde in 1657 met de weduwe van Jacob Walingsen van Winkel, zoon van Waling voornoemd. Tot voogden over haar zes minderjarige kinderen werden aangesteld Paulus Leendertsen van de Grift, burgemeester van N. Amsterdam, en Michiel Jansen Vreeland, grondbezitter van zeeuwsche afkomst en stamvader van een zeer talrijke amerikaansche familie. Uit dit tweede huwelijk sproten twee kinderen.

Zie: Versteeg, Twee vermaarde Zierikzeeërs in N. Nederl. in de N.R. Crt. van 5 Nov. 1927; aanteekeningen van J.C.E. Bartelds.

Kossmann