[Sterren, Joannes Chrysostomus van der]
STERREN (Joannes Chrysostomus van der), of v.d. Sterre, zoon van Hendrik en Anna van Esch, geb. te 's Hertogenbosch 9 Maart 1591, overleed als abt van St.-Michiel van de orde der Premonstratensers, te Antwerpen 28 Juli 1652. Deze data geeft het necrologium van St.-Michiel op en ook Goovaerts. Het Relaas der begrafenisplechtigheid van Prelaat van der Sterre zegt, dat hij stierf oud 62 jaar, geprofest 44, priester 39 en prelaat 23 jaar. De Biogr. nat. geeft zeker ten onrechte 23 Juli 1594 als geboortedatum. Als plaats van geboorte noemt men algemeen 'sHertogenbosch. Hieraan twijfelt W. van Spilbeeck (Taxandria XIV (1907), 230-232). Hij doet opmerken, dat Schutjes, Gesch. van het bisd. 's Hert. IV, 557 ten onrechte beweert, dat J.v.d. Sterren de zoon was van kapitein Michiel en de broeder van Corn. Pallaes v.d. S., deken en kanunnik in den Bosch. De St.-Michielsheer Mac. Simeomo zegt uitdrukkelijk in Laudatio funebris in Exequiis Reverendissimi Domini Joannis Chrysostomi van der Sterre (Antv. Ger. Woltschatius 1652), dat de ouders van den overledene waren: Hendrik v.d. Sterre en Anna van Esch. De vader was schout van Eindhoven en overleed, zooals op een gedenkteeken, opgericht in de St.-Michielsabdijkerk, was aangegeven, 14 Febr. 1641 en de moeder stierf 26 Sept. 1637, Zie ook: Taxandria V, 264.
In de bossche doopboeken vond van Spilbeeck slechts een zoon van Hendrik van der Sterre, n.l. Gaspar, in de St.-Jan ged. 18 Sept. 1608. De doopeling kwam uit Oorschot. Moeilijk, wegens het jaartal 1608, kan men veronderstellen, dat Gaspar dezelfde persoon is als Joannes Chrysostomus, ook al zou hij dezen naam als kloosterling hebben aangenomen. De familie v.d. Sterren was te 's Hertogenbosch zeer talrijk.
Joannes studeerde bij de Jezuïeten te Antwerpen en ontving het wit habijt der orde van St. Norbertus 20 Mei 1607. Om zijn jeugdigen leeftijd moest hij een dispensatie verkrijgen voor de priesterwijding 1614, 11 Nov. Hij behaalde den graad van baccalaureus in de theologie en bekleedde in de abdij de ambten van circator, koster, supprior, prior en novicenmeester. 1629 werd hij tot abt gekozen en gewijd. Toen de orde, omdat de abdij Premontré in handen was van kardinaal Richelieu als abt commandataire, geen hoofd meer had, stelde paus Urbanus VII hem aan als visitator-generaal der orde in de Nederlanden. Het bestuur van den abt v.d. Sterren was een zegenrijk tijdperk voor de abdij St.-Michiel; hij hield de regeltucht in stand, moedigde de studiën aan en gaf zelf het voorbeeld van een godvruchtig en arbeidzaam leven. Zijn talrijke uitgegeven werken getuigen van zijn onvermoeibare arbeidskracht en groote geleerdheid en van zijn groote liefde voor de orde, waarvan hij een der opmerkelijkste figuren was.
Zeer nauwkeurig en uitvoerig worden zijn werken beschreven door Goovaerts, Ecrivains, artistes et savants de l'ordre de Prémontré II, 287-