van licentiaat in de theologie en werd benoemd tot penitencier van het bisdom 1620. 1623 werd hij deken der stad. 1626 bekleedde hij, 45 jaar oud, het ambt van aartspriester der kathedraal en daarna van zegelaar, en 1630 van vicaris-generaal van het bisdom. Als zegelbewaarder heeft hij kostbare aanteekeningen nagelaten 1626-1 Jan. 1635.
Zie: Schutjes, Gesch. bisdom 's Hertogenbosch II, 20, 25, III, 21, IV, 277, 557; A.F.O. van Sasse van IJsselt, De voorname huizen en gebouwen te 's Hertogenbosch I, 217, 263. 267; Bulletin de l'institut hist. Belge de Rome VIII (1928), 187.
Fruytier