[Steen, Nicolaas van der of Stenius]
STEEN (Nicolaas van der) of Stenius, geb. te Haarlem, pastoor te Akersloot, N.H., baccalaureus in de theologie, kanunnik van het (oud-kathol.) haarlemsch kapittel, overleed in Akersloot 13 Jan. 1670, oud 65 jaar. Uit de relatie van 1638 blijkt, dat hij toen reeds aldaar pastoor was nl. sinds 1631. Het verslag van 1656 zegt: ‘Optime a multis annis operatur.’ In datzelfde jaar was Nic. v.d. Steen bij een inval in zijn bedehuis in de handen gevallen van den baljuw en in diens huis gevangen gehouden. Hij teekende verzet aan en werd ontslagen van rechtsvervolging. De baljuw ontving van de Katholieken van Kennemerlands dorpen jaarlijks ongeveer 3800 gulden alleen voor het oogluikend toelaten van de godsdienstoefeningen.
Als kanunnik werd Stenius belast met het onderzoek van het testament van den pastoor van Enkbuizen en met de onderhandeling met de erfgenamen van den pastoor van Crommenie. Pastoor v.d. St. vertaalde volgens Batavia Sacra de besluiten van het concilie van Trente in het Nederlandsch en toonde in zijn voorrede aan, dat de vertaling van G. Sylvius (Antw. 1565), zeer gebrekkig was. Dit zal het volgende werkje zijn: N. Stenius, De regels en besluyten van het alderheyligste en algemeyn concilie van Trente gehouden onder Paulus III Julius III en Pius IV (Antw. 1657 en 1684). Ook vertaalde hij een werk van Joh. Barclay. Dit zal zijn het werk: Joannes Barclai Paraenesis ad sectarios libri II (Romae 1617). Deze vertaling verscheen 1650. N.v.d. Steen was ook dichter, zooals blijkt uit zijn nederlandsch gedicht, geplaatst onder het gegraveerd portret van den pastoor van Uitgeest, Pieter IJsbrantsz.
Zijn portret, geschilderd door Frans Hals, is in het bissch. museum te Haarlem; een afbeelding ervan bij het artikel over hem in: Tijdschrift voor taal en letteren (Tilburg 1929) XVII, 209 en vv.
Zie: Batavia Sacra II, 387; Archief Utrecht XI, 129, XII, 422; Bijdr. bisdom Haarl. IV, 443, IX, 363, 379, XLVI, 303.
Fruytier