[Smit, Judocus]
SMIT (Judocus), geb. te Eindhoven 7 Mrt. 1813, overl. te Amsterdam 2 Aug. 1872. Na op de latijnsche school van zijn geboortestad de humaniora te hebben gevolgd, werd hij op achttienjarigen leeftijd student aan het seminarie Beekvliet te Sint Michielsgestel, dat door zijn oom werd bestuurd. Daarna ging S. over naar het Grootseminarie van Hoeven en maakte daar zulke snelle vorderingen, dat hij nog vóór zijn priesterwijding er de wijsbegeerte doceerde. Die priesterwijding had in 1838 plaats te Oegstgeest en geschiedde door mgr. van Wyckerslooth. Na eenige andere bedieningen in het Vicariaat van 's Hertogenbosch werd S. in 1839 kapelaan te Waalwijk. Daar ontwikkelde zich zijn roeping tot de journalistiek; met 1 Jan. 1842 trad hij op als redacteur van De Noord-Brabander, het oudste van de r.k. nieuwsbladen. In 1845 verliet S. het bureau van die courant om een eigen orgaan te stichten De Tijd. Op 17 Juni van dat jaar verscheen het eerste nummer te 's Hertogenbosch, doch in overleg met den president van Warmond, Franciscus van Vree, werd De Tijd naar Amsterdam overgebracht, waar zij voor het eerst verscheen op 1 Juli 1846. S. was tevens de eigenaar van de courant en is dat tot zijn dood gebleven, maar hij had een edelmoedigen geldschieter gevonden in den amsterdamschen kassier P. van Cranenburgh. Een voortvarend en bekwaam medehelper in de redactie was Dr. J.W. Cramer. Onder de krachtige en tevens bezadigde leiding van S. steeg de invloed van De Tijd al meer en meer; bij al de volgende groote gebeurtenissen, als: grondwetherziening, herstel der hiërarchie en Aprilbeweging wierp zij haar gewicht