leverde zijn journalistiek werk hem voldoende op om van te leven. Dit veranderde later, toen de tering, die zich sinds 1890 bij hem openbaarde, meer en meer veld won en hem geregeld bureauwerk onmogelijk maakte. Door een en ander werden de levensomstandigheden van Seidel, die weinig gewaardeerd werd en buiten den kring van zijn bekenden nauwelijks bekendheid genoot, langzamerhand zeer droevig. In 1902 was hij nog litterair adviseur van een amsterdamsch tooneelgezelschap onder directie van A.D. Loman Jr. en redacteur van het door dit gezelschap uitgegeven periodiek, genaamd Mededeelingen van het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel (23 nos., verschenen van 30 Aug. 1902-31 Jan. 1903 bij J.R.A. Schouten te Amsterdam). Dit blad bevat verschillende artikels en bijdragen van Seidel's hand, o.a. een bewerking van Goethe's Faust naar de vertaling van J.J.L. ten Kate. De Faust werd dan ook in deze bewerking door het lyrisch tooneel opgevoerd. Op het eind van zijn leven, toen hij reeds te Velp woonachtig was, voltooide hij in uiterst benarde omstandigheden Langs wegen van het toeval, roman van misdaad en passie (Amst. 1905, 2 dln., herdr. Amst. 1924), een vlot geschreven roman, waarvoor hij van den uitgever slechts ƒ 80 ontving; het is volstrekt geen realistisch werk, zooals de titel zou doen vermoeden.
Van zijn verdere werken noemen wij nog: gedichten, verschenen in het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag, de Tribune, de Kunstwereld, b.v. Dona Juanita (onvoltooid), het Portretje, Wanhoop, Naïef en Niais; sonnetten, verschenen in het maandschrift Nederland; feuilletons in proza, verschenen in het Nieuws van den Dag (waarin ook verscheen Seidel's eersteling Beatrijs). Seidel vervaardigde ook den zeldzaam mooien tekst voor A.D. Loman's opera Violantha of de vrouw in het geel, voor Aladijn en andere libretti. Ook leverde hij een metrische vertaling van den Egmond van Goethe en vertaalde hij uit het Fransch van François Coppée, De Sandwich-man (Amst. 1890), uit het Duitsch van Heine, William Ratcliff enz. Op zijn sterfbed schreef hij nog eenige gevoelvolle gedichten, die door Moresco in zijn hieronder geciteerd artikel zijn bewaard gebleven. Seidel kantte zich in zijn gedichten tegen het streven der tachtigers.
Ten slotte wordt hier nog vermeld, dat Seidel in het Weekblad van het Recht overzichten en artikelen schreef op juridisch gebied.
Seidel was gehuwd met Geertruida Helsloot, die thans nog in leven is.
Zie: M. Moresco, Een levensschets van een jong dichter in de Wereldkroniek 12e j., no. 46 (10 Febr. 1906), blz. 733, met portret; Brinkman's Catalogus; berichten van tijdgenooten.
Wijnman