Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 987]
| |
hertog, toen deze de verklaring aflegde, dst de haft dir Abdij Laach vrij is van belastingen. Hij verkocht 24 Juni 1268 met zijn echtgenoote Benedicta het leen Montfort of Movert te Bingelrade, met zijn hoeven, laten en cijnsen aan het Mariastift te Aken. Dirk van Schinnen en zijn zoon Godfried (die volgt), hadden het burgerrecht te Keulen verkregen en bezaten wijnbergen te Rhöndorf bij Honnef, die zij aan de stad Keulen in leen opdroegen. Zij beloofden 10 Juli 1271 de stad Keulen met 4 ridders en 5 knapen te hulp te komen, gedurende 40 dagen. In deze akte verscheen ook als getuige Winand, broeder van Dirk. Dirk van Schinnen verschijnt het laatst in een akte van het jaar 1276. Zie: Lacomblet, Oorkondenboek II, No. 22, 76, 579, 614; Jos. Habets, De leenen van Valkenburg II in Publ. dela soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXII (1885), 4-5; H. Pijls, De Heeren en de Heerlijkheid Schinnen in Maasgouw (1912), 57-58; dez., Bijdrage tot de geschiedenis van de voormalige heerlijkheid Schinnen in Publ. etc. LXIV (1928), 244-245; J. Hoens, Kijkjes in Limburg in Limburger Koerier 11 Nov. 18 Nov. en 2 Dec. 1916. Verzijl |
|