vinden. Niet lang daarna werd J.I. Ruysch overgeplaatst naar Ankeveen. Toen de Franschen Utrecht hadden ingenomen 1672 en vrije uitoefening van den godsdienst hadden afgekondigd, werd Ruysch benoemd tot officiaal of geestelijken rechter van den vicaris te Utrecht. Als zoodanig trad hij 1672 op te Hilversum (Bat. Sacr. 153). Bij den terugkeer der Franschen, 1673, verviel het ambt van officiaal en was J.I. Ruysch zonder standplaats, zoo klaagt de vicaris Neercassel 1674. 1676 werd hij pastoor te Amsterdam in de statie in de Vinkenstraat als opvolger van Henr. Croock, overl. 9 Juni 1676 (niet 1679 zooals in de Batavia Sacra Il, 410).
Hij werd 31 Dec. 1680 begraven in de Nieuwe kerk te Amsterdam.
Zie: De Katholiek LXII, 241, 250; Archief aartsb. Utrecht X, 233, XX, 456, XXIV, 445; Bijdr. bisdom Haarlem XVII, 84, XXVII, 152, XXVIII, 290, 425.
Fruytier