[Ruijsch, Mr. Coenraad Nicolaaszoon]
RUIJSCH (Mr. Coenraad Nicolaaszoon), denkelijk geb. te Maastricht 1583, overl. 1656, was j.u. lic., April 1649 door keizer Ferdinand III tot ridder des H. Rijks verheven, raad van Dordt 1614, 1615, 1643, schepen 1624, 1631, 1632, burgemeester aldaar 1653, 1654, rentmeester der domeinen van den prins van Oranje te Hooge en Lage Zwaluwe 1637, gezant in Oostenrijk (zie Maandbl. Ned. Leeuw 1893, 70), gecommitteerde raad van Holland en West-Friesland 1645-1648 (zie Batav. Illustr., 1457), ordinaris-gecommitteerde ter Staten van Holland, gecommitteerde ter admiraliteit op de Maas 20 Oct. 1626 (Alg. Ned. Familieblad I, 34, 26).
Hij kocht 1652 de Sint Jacob de Meerdere-kapel te Dordt in de Groote Kerk. Boven het hek de wapens: Ruijsch, Beveren, en binnen in, de wapenkas: de wapens met de kwartieren Ruijsch, Samelaer, Eijnatten, Kamp, Velden v. Ulft, Passart v. Blitterswyck, Keerskorf, Klompen Mecher. Hij huwde 3 Juni 1608 te Dordt Maria van Beveren, geb. te Dordt 1585, dochter van Willem, heer van Strevelshoek, raad en burgemeester der stad en van Emerentia v.d. Eynde.
van Beurden