[Roemers, Arnoldus Franciscus]
ROEMERS (Arnoldus Franciscus), geb. te Maastricht 11 Juli 1739, overl. aldaar 2 Aug. 1810, zoon van Jan Winand R. en Catharina Emerentia van Bergh, studeerde de humaniora in zijn geboortestad, de wijsbegeerte in het collegie de Burcht te Leuven 1757-59 en de godgeleerdheid te Atrecht tot 1771. Den 20 Aug. 1764 kreeg hij den graad van licentiaat in de godgeleerdheid; 1771 werd hij pastoor van Tavier (hertogdom Limburg). Eenige jaren later werd hij door collatie van Willem van Mewen, vrijheer van Leuth (bij Eysden), Eysden en Meeswyck, tot pastoor van Lanklaar benoemd en 22 Dec. 1783 door het kapittel van St. Servaas tot pastoor van de St. Jacobskerk te Maastricht. 21 Aug. 1784 werd hij kanunnik van St. Servaas en 22 April 1803 curé primaire of kantonspastoor van St. Servaas. Hij onderscheidde zich door zijn kennis van de kerkelijke geschiedenis.
Zie: Jos. Habets, Geschiedenis van het bisdom Roermond (voortgezet door W. Goossens) IV, 141-142; Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg IX (1872), 220.
Verzijl