als pastoor aan het hoofd dezer parochie geplaatst, 23 Januari 1835. Reeds het volgende jaar werd hij deken van Tongeren, 8 Nov. 1836. Tongeren werd bij Kon. besl. 26 Dec. 1838 tot parochie eerste klas verheven. In de oude bisschopsstad ontwaakte zijn lust voor de studie der archeologie. Met onvermoeiden ijver werkte hij voor de restauratie zijner monumentale doch zeer vervallen kerk en wist de belangstelling voor dit monument op te wekken bij de autoriteiten. Hij besteedde al den tijd, welke niet geëischt werd voor de zorgen zijner groote parochie en het herstel zijner kerk, voor de studie en beschrijving der schatten van kunst en oudheidkunde, voornamelijk van Tongeren. Hij was werkend lid van de Société scientifique et littéraire du Limbourg en van de Société archéologique et historique du Duché de Limbourg, en gaf verschillende studies uit: Description d'un reliquaire de la sainte Croix conservé dans le trésor de N.D. à Tongres in: Bulletin soc. scientifique et litt. du Limbourg (Liége 1852) I, 1-21; Le saint Trésor de N.D. de Tongres (Tongres 1871) 22 blz.; De nieuwe kerk te Waubach (Tongres 1869); Notices sur les peintures murales découvertes dans l'église N.D. à Tongres (24 Juin 1862), in: Bulletin soc. scientifique et litt. du Limbourg XIV (1878).
Deken Reinartz vierde 1862 zijn zilveren jubileum als deken en smaakte de voldoening te mogen zien, dat zijn kathedraal, ondanks de groote moeilijkheden, bijna geheel gerestaureerd was.
Zie: Biogr. nat. Belg. XVIII, 925; Jubelfeest van den Weleerw. Heer J.L. Reinartz, pastoordeken te Tongeren, gevierd op den 3 Juny 1862, gevolgd van de feestrede, uitgesproken door den Heer L. Rubens (Tongeren, 1863); Ch. Thijs, L'église de N.D. à Tongres in: Annales de l'académie d'archéologie en Belgique XXII (1866), 169-415.
Fruytier