[Petersheim, Willem heer van (4)]
PETERSHE(I)M (Willem heer van) (4), in oorkonden vermeld 1392-94, zoon van Johan (2) (die voorgaat) en Aleidis van Heers. Hij verscheen met zijn vader en zijn broeders, Gerard, Jan en Rogier onder de vasallen van hertogin Johanna van Brabant (1355-1406). Hij verkreeg ten jare 1394 van Frank Warwell, burger van Maastricht, den hof van Eyse, gelegen te Althoesselt. De brieven hierover d.d. 22 April 1394, gegeven door zijn oom Hendrik, heer van Diepenbeek, erfvoogd der stad Luik, worden in extenso vermeld in: Notice historique sur l'ancien Chapitre de chanoinesses de Munsterbilsen (door M.J. Wolters), p. 78-80. Hij was ook heer van Oirschot, Hilvarenbeek en Lanaeken, en huwde in 1392 met Maria van Bautersem, dochter van Hendrik, heer van Bergen op Zoom (dl. VII, kol. 79) en Beatrix van Polanen. Zij leefde na zijn dood teruggetrokken in het door haar gestichte Augustinessenklooster Bethanië bij Mechelen, waar zij 7 Maart 1437 overleed. Uit dit huwelijk: Jan (2) heer van Petersheim, Oirschot en Hilvarenbeek (overl. 1449), verscheen 1415 met zijn oom Rogier heer van Leefdael in het verbond, gesloten tusschen Brabant en Limburg. Namens hem werd zijn neef Johan van Merode, na den dood van genoemden Rogier, voor de leenzaal van Curingen, aangezien hij (Jan van P.) zwakzinnig was, met het huis Petersheim beleend (6 Oct. 1444). Willem's dochter Beatrix werd erfgename van Petersheim, Oirschot en Hilvarenbeek na haar broeder (beleend 27 Maart 1450). Zij was 14 Juli 1410 gehuwd met Richard II rijksbaron van Merode graaf van Oelen en voogd van Duffel, overl. 20 Juli 1446, zoon van Richard I en Margaretha van
Wesemael, erfgename van het graafschap Oelen. Beatrix van P. die in 1455 overleed, bracht bovengenoemde heerlijkheden in het geslacht Merode (linie Westerlo).
Zie: M.J. Wolters, Notice historique sur les anciens seigneurs de Steyn et de Pietersheim (Gand 1854), 139-142; E. Richardson, Geschichte der Familie Merode I (Prag 1877), 145-146, 150, 152, II (Prag 1881), 85-87.
Verzijl