[Pauw, Michiel]
PAUW (Michiel), geb. te Amsterdam 29 Maart 1590 ged. in de Nieuwe kerk 8 April, overl. te Amsterdam en aldaar begr. 24 Maart 1640, zoon van Reinier (2), die volgt, en van Cornelia de Lange.
Hij was heer van Achttienhoven en den Bosch (onder Nieuwkoop), hem aangekomen door zijn schoonmoeder; werd commissaris van de kleine zaken en assurantiemeester te Amsterdam, kerkmeester van de Nieuwe Kerk 1616, schepen van Amsterdam 1617-24, commissaris van de huwel. zaken, oprichter en bewindhebber der W.I. Comp. 1621-36, ridder van St. Marcus van Venetië 20 April 1623 en in 1627 wegens de W.I. Comp. gezant naar Frankrijk. Hij liet zich door den bouwmeester Vingbooms een fraai huis bouwen op de Heerengracht schuin over de Warmoesgracht, dat men vindt afgebeeld in het plaatwerk verbeeldende de verschillende gehouwen door dien bouwmeester gesticht. In den gevel stond Pauw's wapen met twee St. Marcusleeuwen tot schildhouders, die er nog thans te zien zijn.
Van het recht door de W.I. Comp. aan elk aandeelhouder toegestaan om een kolonie in N. Nederland te stichten, maakte Pauw terstond (1629) gebruik en stichtte de kolonie ‘Pavonia’ tegenover het fort Amsterdam aan de oostzijde van de Hudsonrivier (thans maakt dit deel uit van den staat New-Jersey, juist tegenover New-York). Over deze kolonie stelde hij Cornelis van Voorst tot commandeur aan en hield er op eigen kosten een predikant, Michel Paulusz. Hij behield ‘Pavonia’ tot 1637 en deed het toen voor ƒ 26 000 over aan de W.I. Comp.
Pauw huwde te Amsterdam 21 Juli 1615 met Hillegonda Spiegel (1599-1677), dochter van Laurens Jansz. S., schepen en raad v. Amsterdam, en van Neeltje Ouderogghe, vrouwe van Achttienhoven. Hieruit 4 kinderen. Een dochter, Cornelia P., huwde in 1639 Adam (baron) van Lookhorst, heer van de Lier. Een zoon, Isaäc Pauw, gaat hiervóór.
Zie: H.J. Koenen, Pavonia, eene bijdr. tot de kennis der voorm. Ned. Kol.; Wagenaar, Beschr. v. Amst. XII, 252, XIII, 76, 77; O.v. Rees, Gesch. der Ned. Volkspl. in