[Pauw, Jacob]
PAUW (Jacob), geb. te Amsterdam en ged. in de Nieuwe kerk 14 Aug. 1637, overl. 16 Oct. 1667, zoon van Jacob, baljuw en drost van Liesveld, en van Emerentia Roseboom.
Hij was in 1666 kapitein van het schip der O.I. Comp. ‘Stavoren’, voerende 46 stukken, en veroverde daarmede in den Vierdaagschen Zeeslag door bijzondere dapperheid op de Engelschen twee oorlogsschep en de ‘Essex’ en de ‘Bull’. Tot belooning voor deze daad werd hij tot commandeur aangesteld en kreeg hij het bevel over de door hem veroverde ‘Essex’, voerende 58 stukken, waarmee hij in 1667 deel uitmaakte van het eskader van admiraal de Ruyter in den strijd tegen de Engelschen. Bij den terugkeer van de vloot in Oct. 1667 verdronk Pauw, met zijn neef Reinier Cornelisz. Pauw in het Vlie voor Texel.
Zie: Adelsarchief (1900), 204, 259; Brandt, Leven van de Ruyter, 492, 595: Aitzema, S. v. St. en O. V, 697, 710, VI, 115, 123, 125; de Jonge, Gesch. van het Ned. Zeewezen II, st. 2, 257.
Regt