[Oudaen, Frans Joachimsz.]
OUDAEN (Frans Joachimsz.), geb. te Rotterdam vóór of omstreeks 1600, overl. te Rijnsburg vóór 1656. Te Rotterdam was hij broodbakker; hij vestigde zich omstreeks 1622 te Rijnsburg. Meermalen had hij, ook reeds vóór 1622, remonstrantsche predikanten geherbergd, o.a. Daniël Wittius. Zijn verhuizing naar Rijnsburg staat zeker hiermee in verband. Weldra sloot hij zich bij de collegianten aan (zie in dit deel, kol. 538 e.v.). Omstreeks 1627 huwde hij met Maria van der Kodde, de dochter van ‘Oude Jan’ (zie in dit deel, kol. 539). Van hun zes kinderen is de oudste, de dichter Joachim, bekend (zie beneden). Vooral na den dood van de gebroeders van der Kodde, na 1640, was hij de ziel van het ‘college’, waarvoor hij zijn woning open stelde. Zijn zoon Joachim volgde hem daarin op, maar slechts voor korten tijd. Hij beweerde dat de Collegianten al geconstitueerd waren voordat de Remonstranten bestonden.