[Otho, Johanna of Othonia]
OTHO (Johanna) of Othonia, dochter van den volgende en geb. te Gent. Zij behoorde tot de hervormingsgezinden, evenals haar vader. Met dezen, waarschijnlijk ook met haar man Mr. Willem Mayaert, advocaat aan het hof van Vlaanderen, verliet zij om des geloofs wil haar vaderstad en begaf zich naar Duisburg; zij keerde echter in 1577 terug, òf naar aanleiding van den dood van haar echtgenoot, òf omdat toen te Gent ingevolge de pacificatie van 1576 de kerkelijke toestanden een gunstigen keer genomen hadden. Hoelang dit haar verblijf daar ter stede geduurd heeft weten wij niet; doch wel weten wij dat zij, misschien na het bemachtigen van de stad door den hertog van Parma in 1584, wederom naar Duitschland vertrokken is en de laatste jaren haars levens te Straatsburg heeft doorgebracht. Wanneer zij overleden is wordt nergens gemeld. Johanna Otho is een voor haar tijd beroemde dichteres geweest. Op de leidsche universiteitsbibliotheek berust een ten jare 1616 te Straatsburg verschenen uitgave harer dichtwerken, onder den titel: Johannae Othoniae foeminae Flandriae, viri clarissimi domini Guilielmi Mayarti, in Provinciali Consilio Flandriae quondam advocati consultissimi [viduae], Carminum diversorum libri duo; daarin is een gedicht, gewijd aan den dichter Karel Utenhove en uitgegeven in de hieronder genoemde bijdrage, blz. 423-424. Nog heeft zij, eveneens in het Latijn, vervaardigd: Poemata, sive lusus extemporanei, in 1617 te Antwerpen gepubliceerd.
Zie: Kerkhist. archief II (Amsterd. 1859), 419-426: N.C. Kist, Johanna Otho en Karel Utenhove. Eene bijdrage tot de hervormings-geschiedenis van Gend; F. Pijper, Jan Utenhove (Leid. 1883), Bijl. LXXVIII, LXXXIII.
Brinkerink