[Noorde, Cornelis van]
NOORDE (Cornelis van), schilder en prentkunstenaar, werd geboren 12 Maart 1731 te Haarlem en overleed aldaar 16 Oct. 1795. Volgens de gegevens zou hij broodbakker worden, maar hij had meer lust, zooals men vertelt, in het teekenen. Zijn oom was de etser en houtsnijder Cornelis van den Berg en diens moeder, die dus v.N.'s grootmoeder was, overleed in Maart 1732. Van N. was een leerling van Frans Decker en Taco Jelgersma. In 1761 was hij lid van het haarlemsche St. Lucasgilde en hij was ook in het bestuur en secretaris van de Teekenacademie aldaar. Hij was gehuwd met een weduwe, wier eerste man in den bruiloftsnacht overleed; zij overleefde ook van Noorde, nadat zij een groot aantal jaren gehuwd waren geweest; zij hadden geen kinderen. Van Noorde bleef voortdurend te Haarlem wonen; men vertelt verder nog van hem, dat hij vlijtig was en een geregeld leven leidde. Zijn nalatenschap werd op 1 Nov. 1796 in Haarlem door Vinc. van der Vinne verkocht; daarbij bevonden zich ook een aantal koperen platen. ‘Het compleete en zeldzame werk van C. van Noorde 46 stuks, waarbij dertien stuks verschillende drukken’ bevond zich in de verzameling van Mr. J. van Buren, baljuw van Noordwijkerhout en werd in 1808 in Leiden verkocht. In het bezit van Kramm, schrijver van De Levens en Werken der Holl. en Vl. kunstschilders 1857-64, bevonden zich verscheidene teekeningen door v. Noorde gemaakt, o.a. voorstellingen van olifanten.
Van N. heeft tal van etsen gemaakt in lichten zachten toon, zonder veel contrast, maar hij heeft ook verschillende andere technieken beoefend o.a. de houtsnijkunst, de zwarte-prentkunst, maar vooral zijn zijn prentteekeningen van belang. In deze techniek wedijverde hij met Ploos van Amstel en de zijnen ongeveer in denzelfden tijd. Van N. maakte prenten en prentteekeningen naar het bekende werk van tal van bekende meesters, niet alleen naar 17de-eeuwsche, maar ook naar 16de-eeuwsche en zelfs een enkelen nog vroegeren meester. Ook gaf hij een enkele geschiedkundige voorstelling weer, zooals den brand van de Amsterdamsche comedie, afbeeldingen van aangespoelde potvisschen enz. en ook een reeks van 70 bladen met planten en dieren. Wat betreft het geheele werk van den meester, hierbij waren tal van portretten, o.a. van schilders en van personen op zeer hoogen leeftijd, maar voornamelijk ook landschappen (o.a. uit de buurt van Haarlem een reeks van 66 stuks). Bovendien etste hij tal van titelbladen en boekillustraties o.a. voor Leopold Mozart's Grondig onderwijs in het behandelen der viool (Haarlem 1776) en een reeks van illustraties naar Jan Luyken's Overvloeyend Harte (Haarlem 1767). Als houtsnijder maakte hij o.a. verschillende reeksen van initialen voor de firma Enschedé te Haarlem 1751. Ook een enkele zwartekunstprent maakte hij, namelijk zelfportret van Frans Hals.
Teekeningen, waaronder verscheidene aquarellen, bevinden zich o.a. in Amsterdam, Rijksprenten-