[Nispen tot Pannerden, jhr. Frans Xaverius Jacobus van]
NISPEN TOT PANNERDEN (jhr. Frans Xaverius Jacobus van), geb. te Zevenaar 25 Juli 1830, overl. te Zutfen 29 Apr. 1898, was de oudste zoon van jhr. C.E.J.F. (dl. VIII, kol. 1223) en Christina Josephina Theresia Maria van Hövell van Swanenburg.
Hij studeerde van 12 Oct. 1849 tot 1852 te Leiden, en werd toen landbouwkundige. Hij woonde eerst op den huize de Voorst bij Zutfen, daarna in die stad. Hij werd reeds op zeer jeugdigen leeftijd, op 27 Mei 1856, in het kiesdistrict Zevenaar tot lid der Provinciale staten van Gelderland gekozen en was hier reeds spoedig een der hoofden van de roomsch-katholieke partij. Hij was reeds in 1866 candidaat voor de Tweede Kamer en later herhaaldelijk van de rechterzijde voor de Eerste Kamer. Hij werd eindelijk 21 Sept. 1889 tot lid van laatstgenoemd lichaam gekozen. Hij had omtrent den ouden Rijnmond het zonderlinge denkbeeld, dat die open moest blijven en dat daarvan een scheepvaartkanaal gemaakt moest worden. Op goede gronden werd hij o.a. in de vergadering van 9 Febr. 1894 door zijn neef Leo (zie beneden) bestreden.
Hij huwde 22 Apr. 1852 jkvr. Aleida Catharina Maria Ernestina van der Heyden, geb. 14 Aug. 1816, overl. 22 Sept. 1878, bij wie hij 5 dochters had, en 7 Aug. 1883 Carolina Petronella Johanna Lamberdina Smitz, geb. 17 Sept. 1855, nog in leven, bij wie hij 2 dochters had.
Ramaer