[Moeitz, Theodorus (3)]
MOEITZ (Theodorus) (3), ged. te Roermond 8 Juli 1611, overl. te Lottum 12 Mei 1662, zoon van Wilhelmus (die volgt) en Maria van Meijsenborgh, was licentiaat in de rechten, kreeg 31 Maart 1633 van den Raad van Roermond voor zijn opgedragen theses 15 rijksdaalders; kanunnik der kathedraal te Roermond sedert 23 Juni 1637-55, tevens officiaal van het bisdom in 1637 en nog in 1647, persona te Sevenum, pastoor van het begijnhof te Roermond 1655-57, pastoor te Baarlo van 24 Juni 1660 tot 1661, eveneens te Lottum van 24 Juni 1661 af; ook was hij lid der O.L. Vrouwe Broederschap Op ter Poorten te Roermond.
Zie: A.F. van Beurden, De handelingen van den Roermondschen Magistraat van 1596 tot en met 1696 in Limburg's Jaarboek (1903) IX, 96-97; Jos. Habets, Geschiedenis van het bisdom Roermond III, 10, 96; Maasgouw (1908), 36; Overdrachten van Venlo d.d. 26 Febr. 1638 en 28 Nov. 1642 op het Rijksarchief te Maastricht; Em. Janssen, Register van de O.L. Vrouwe Broederschap Op Ter Poorten in Limburg's Jaarboek (1928) XXXIV, 8.
Verzijl