[Mes, Jan Adriaenszoon]
MES (Jan Adriaenszoon), meest genoemd Mesjan of Messchian, geb. te Dordrecht Aug. 1600, overl. aldaar vóór 1672, was de zoon van Adriaen Claesz. Mes en Marijken Barthoutsdr. Hij kwam 17 Nov. 1620 als glazenmaker in het St. Lucasgild, wordt bij zijn huwelijk met Susanna Anthonisdr. 24 Sept. 1623 glaesschrijver genoemd, en kocht 10 Sept. 1635 het schildersgild. In 1637 was hij deken van St. Lucas. Hij schijnt na zijn tweede huwelijk in 1644 met Maeiken Gerrits van Stouwert, een weduwe, in bittere armoede verkeerd te hebben, althans in 1663 diende hij bij burgemeesteren en regeerders een request in, om ‘uit het legaat zijner kinderen, berustende ter weeskamer, ƒ 400 te mogen ontvangen, om hen daarmede op een soodanich hantwerck te besteden, waerdoor sy bequaem souden sijn haren cost te gewinnen’. Hij ontving toen ƒ 200, ‘om daermede eenige neringe by de handt te nemen, mits dat de waren, daervoren gekoft, en de penningen van den verkoop van dien te procedeeren, sullen zijn, wesen ende blijven in eygendomme aen de kinderen’. In 1666 diende hij aan burgemeesteren en regeerders van Dordrecht wederom een request in, waarin hij klaagde, ‘dat hy door sieckelyckheden enz. alsmede door neringloosheyt in soodanige extremiteyt van armoede was comen te geraken, dat hy sich niet alleen bevindt ontbloot van syne kleederen ende huysraet, maer oock van alsulcke middelen, waervan hy den soberen cost voor hem ende syne kinderen soude connen genieten, vermits hij niet een stuyver is hebbende omme daermede ietwes te verkrygen, sulcx dat veeltyts tot syne overgroote droefheyt comt te gebeuren, dat desselfs kinderen met een byna hongerigen buyck slaepen moeten gaen’.