[Mes, Jacob]
MES (Jacob), geb. te Dordrecht Nov. 1615, overl. aldaar 24 Dec. 1649, was de zoon van Jacob Mesen Neelken Jansdr. Hij kwam 31 Jan. 1631 als jong gezel in het St. Lucasgild en zou zijn eed doen, zoodra hij daartoe ‘bequaem’ zou wezen. In Aug. 1636 huwde hij met Stijntje of Christina Abrahamsdr. van Rotterdam, overl. tusschen 10 en 20 Febr. 1647, en 7 Juli 1647 met Belia Adriaensdr., uit welk huwelijk twee kinderen geboren werden; het tweede, Jacob, 5 Febr. 1650 na zijn vaders dood. Misschien is deze zoon, een schilder, reeds in Dec. 1666 gestorven. De weduwe hertrouwde 9 Nov. 1652 met Jacob Matthijsz., schilder. In 1637 had Jacob Mes een knecht en twee leerjongens nl. zijn broeder Isaack en ‘de Gascon syn soon’. De broeder wordt nog in 1640 als leerling genoemd. Uit de vermelding van een knecht zou men kunnen opmaken, dat hij ook den groven kwast hanteerde. Schilderijen van zijn hand zijn nog onbekend.
Zie: Obreen, Archief I.
van Dalen