in 1857); Het vervolg van den Geestelijken Opwekker .... (Amst. 1707); Vervalle Christendom .... (Utr. 1711; herdr. tot in 1875); Heerlijkheid van een waar christelijk leven (Amst. 1711; herdr. tot in 1871); Lukas, heylig Evangelium beschrijvende .... (Amst. 1718; herdr. 1721); Geestelijke gedachten over den waaren aart van 's menschen gelukzaligheid .... (Amst. 1788); Meditatiën over het lijden Jesu Christi .... ('s Gravenh. 1869).
Zijn gedichten verschenen onder den titel Uitspanningen in 1676; in zijn meest geslaagde verzen benadert hij Camphuysen; in calvinistische kringen bleven zijn liederen lang in eere.
Er is waarschijnlijk geen portret van hem (zie: Proost, a.w., 30, 266-270).
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 387-394, III ('s Hert. 1856), 670; P. Proost Jz., Jodocus van Lodenstein (Amst. 1880); A.C. Duker, Gisbertus Voetius II (Leid. 1910), 2692, 324, 3252, 3341, Bijl., 7, 113, 117, verbeteringen op Bijl., 7 achterin, III (Leid. 1914), 331, 432, 773, 924, 115, 1152 3, 119, 1191 5, 1292, 1332, 1362, 1612, 1634, 1681, 172, 194, 199-202, 228, 2282, 2772, 2781, 2841, 305, 318-320, 332, 3362, 3483, Bijl., 47, 103-108, Registers (Leid. 1915), 64, 153; A.F. Krull, Jacobus Koelman (Sneek 1901), 9, 13, 85, 100, 109, 290, 300, 312, 316-318, 321, 323, 325, 330, 333, 357; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 104, 168, (1909) Bijl., 148, (1910) Bijl., 166; J.I. van Doorninck, Bibliotheek v. Ned. Anonymen en Pseudonymen ('s Grav. en Utr. 1870), 179 (no. 1755), 250, (no. 2421), 283, (no. 2754); J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Nederlanden, 3e dr. (Utr. 1916), 644-648, 653, 676; L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk I (Amst. 1911), 165, 167, 170, 187, 236, 269, 276-278, II (Amst. 1912), 27, 34, 226; J.A. Cramer, De theologische faculteit te Utrecht ten tijde van Voetius (Utr. 1932), 14, 159; Alphab. naamlijst van boeken enz. 1833-1849, 95.
Knipscheer