Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Lockhorst, Johannes van]

LOCKHORST (Johannes van), geb. 6 Mei 1743, overl. te Geervliet 4 Juli 1826, werd in 1770 predikant der Nederduitsch-hervormde gemeente te Sprong en in 1795 te Geervliet.

Hij was een warm Patriot en werd in het kiesdistrict den Briel 27 Jan. 1796 tot tweeden plaatsvervanger van het lid der Nationale vergadering gekozen. Daar de gekozene en de eerste plaatsvervanger de benoeming niet aannamen, trad hij als lid op. Door de pogingen, die men eerst nog deed om beide personen tot aannemen van het mandaat te bewegen, nam hij eerst 30 Mei als lid zitting.

Hij behoorde tot de radicalen, volgelingen van Vreede. Op 20 Juni 1796 stelde hij voor om een onderzoek in te stellen naar de heerlijkheden in

[p. 614]

Nederland en de nadeelen, die zij met zich brachten ‘al waren zij heerlijk voor haar eigenaren’. Zijn voorstel werd commissoriaal gemaakt en eerst 27 Apr. 1797 in de vergadering behandeld. Hij sprak 22 Nov. 1796 tegen het door de commissie van 21 leden ontworpen plan voor een constitutie. Hij deed na den slag bij Kamperduin in Oct. 1797 met 23 anderen het voorstel om de commissie voor Buitenlandsche Zaken, aan welke het uitzeilen onzer vloot tegen het advies van admiraal de Winter geweten werd, in staat van beschuldiging te stellen.

Ook was hij een der 49 leden, die aan den franschen gezant 19 Jan. 1798 de points constitutionnels aanboden, waarop de staatsgreep van 22 d.a.v. steunde. Hij werd lid der Wetgevende vergadering, die 4 Mei 1798 in twee Kamers verdeeld werd. Daar hij als geestelijke volgens de nieuwe constitutie niet in een der Kamers zitting mocht hebben, nam hij op dien dag ontslag en keerde naar Geervliet terug. Hij heeft zich sedert niet met politiek ingelaten.

Ramaer