[Land, Jan Pieter Nicolaas]
LAND (Jan Pieter Nicolaas), geb. te Delft 23 Apr. 1834, overl. te Arnhem 30 Apr. 1897, zoon van Axel Lourents Land en Catharina Elizabeth Hulsbeek. De familie Land was van noorsche afkomst.
Hij heeft zich onderscheiden in de beoefening van de semietische talen, de wijsbegeerte en de muziekgeschiedenis. Deze drie zoo uiteenloopende vakken heeft hij, volgens het getuigenis van zijn beroemden leerling prof. G. Heymans, ‘als meester’ beheerscht. Zijn publicaties op het gebied van het Syrisch en de Oud-Testamentische wetenschap verschijnen vooral in den tijd, die voorafgaat aan zijn professoraat te Leiden; daarna houdt hij zich meer bezig met de andere twee hierboven genoemde studievakken.
Land promoveerde den 5den Oct. 1857 in de theologie op een dissertatie De carmine Jacobi (Gen. 49). Als leermeesters had hij o.a. gehad Dozy, Juynboll en Kuenen, terwijl hij zijn kennis van het Arabisch vermeerderde door de kennismaking met den grooten orientalist Theodor Nöldeke, die in 1857 Leiden bezocht. Reeds vóór zijn promotie, in 1856, had hij uitgegeven: Joannes Bischof von Ephesos, der erste Syrische Kirchenhistoriker. In 1859 werd Land algemeen secretaris van het Nederlandsch bijbelgenootschap; in 1864 volgde hij Veth op als hoogleeraar in de philosophie en de oostersche talen aan het athenaeum te Amsterdam. In dezen tijd verscheen het voornaamste, wat hij op het gebied van het Syrisch gegeven heeft, nl. de Anecdota Syriaca (4 dln. 1862-75). Nöldeke waardeerde zijn arbeid zóó, dat hij zijn syrische grammatica opdroeg ‘meinem alten Freunde J.P.N. Land in Leyden.’ Allerlei artikelen over het Syrisch en over Oud-Testamentische onderwerpen schreef Land in verschillende periodieken, met name in de Godgeleerde bijdragen. In zijn Hebreeuwsche Grammatica (1e stuk 1869) huldigde hij de taalkundige opvattingen van Justus Olshausen, wiens Lehrbuch der hebräischen Sprache acht jaar vroeger verschenen was. Kritiek van Kuenen (in de Gids van 1869) op deze grammatica werd door Land beantwoord in het Theologisch Tijdschrift van 1870.
In 1872 werd Land hoogleeraar in de philosophische vakken te Leiden. Het voornaamste,